Kuip-, en terrasplanten/anisodentea.jpg

Previous | Home | Next



VOORJAAR:
Overwintering: Uw Anisodontea capensis staat nog steeds binnen maar de temperatuur wordt in maart al wat hoger dus moet u voorzichtig wat meer water gaan geven. Ompotten: Als u een " nieuwe" Anisodontea capensis koopt of u heeft uw "oude" Anisodontea capensis nog niet overgepot, dan kunt u dit in maart of direct na aankoop doen. Het beste is een stenen (sier) pot, met een gat in de bodem. De plant waait dan minder snel om en de watervoorraad in de pot wordt flink vergroot. Voor het overpotten kunt u 20 % kleihoudende aarde gebruiken of de speciale kuipplantenaarde die in diverse tuincentra aangeboden wordt.

Standplaats: In mei kunt u uw Anisodontea capensis op een zonnige, redelijk beschutte plaats op het terras, het balkon of in de serre zetten. Het is wel raadzaam om de Anisodontea capensis bij nachtvorst gedurende de nacht binnen te zetten.

Watergift: Nu de Anisodontea capensis buiten staat neemt de behoefte aan water vooral bij zonnig weer sterk toe. De potkluit moet vanaf nu goed vochtig gehouden worden. U kunt nu ook beginnen met 1 keer per 14 dagen bijmesten. Als u gebruik maakt van een langzaam vrijkomende meststof kunt u nu de eerste gift op de pot strooien of in de aarde aanbrengen

ZOMER:
Watergift: In de zomer periode vraagt een Anisodontea capensis bijna dagelijks water. Zorg er wel voor dat overtollig water uit de pot weg kan en blijf 1 keer per 14 dagen bijmesten. Als u gebruik maakt van een langzaam vrijkomende meststof kunt u in juli de tweede gift op de pot strooien of in de aarde aanbrengen. Indien de plant een lange tak geeft adviseren wij deze tijdig in te korten tot het oorspronkelijke model. Ook als de plant veel zaaddozen krijgt adviseren wij deze te verwijderen of zelfs de plant geheel terug te knippen tot in zijn oude model.

Belagers: Anisodontea capensis kunnen in sommige gevallen last krijgen van: Bladluis: Meestal groen tot geel soms zwart. Altijd een aantal bijeen, bij voorkeur op de jongste scheuten. Bestrijding door zeepspiritus (20 gr. vloeibare zeep en 10 gr. spiritus in 1 liter water oplossen) en over de plant verspuiten. Voor een goede bestrijding moet dit eens per week een aantal keren herhaald worden. Witte Vlieg: 2mm grote, witbepoederde vliegje zit, evenals de eitjes en larven, aan de onderkant van het blad. De larven zuigen zich vast aan het blad. Witte vliegen scheiden honingdauw af, hetgeen ook roetdauw kan veroorzaken. Bij de bestrijding adviseren wij om met milieuvriendelijke middelen te werken die u bij uw specialist kunt kopen. Lukt dit niet dan u laten adviseren over chemische bestrijdingsmiddelen bij uw specialist.

NAJAAR:
Watergift: In het najaar is de waterbehoefte zeker vanaf oktober sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij warm zonnig weer nog wel een paar keer per week water geven maar bij koud regenachtig weer al erg voorzichtig worden met water geven. Maak het afwateringsgat aan de onderzijde van de pot vrij van wortels door er met een pen of stokje ongeveer 15 cm diep in te prikken. Na september moet u stoppen met bijmesten omdat de Anisodontea capensis anders te sterk groeiend de winter in gaat. Overwintering: Als u in een streek woont waar al vroeg in het najaar nachtvorst kan optreden kunt het beste de Anisodontea capensis 's nachts binnen zetten. Pas laat in het najaar als de temperatuur ook overdag vaak beneden de 5 a 6 graden blijft wordt het tijd om de Anisodontea capensis naar binnen te halen. Zet de Anisodontea capensis op een koele, lichte plaats. Een temperatuur tussen de 2 en 12 graden is het beste.

WINTER:
Watergift: In deze periode erg matig water geven maar de beslist niet laten verdrogen. Bijmesten is in deze periode niet nodig. Snoeien: Snoeien van een Anisodontea capensis is alleen nodig als u de plant te groot vindt worden. Bij struikvorm de zwaarste cq langste takken tot ca. de helft terugsnoeien. Bij stamvorm de langste takken flink terugsnoeien. Als u de Anisodontea capensis wilt terugsnoeien kunt u dit het beste in februari doen.